Hoe eenvoudig is een bank oprichten?

Op 26/12/15
Deel via

Een licentie? Niet nodig. Een gigantische infrastructuur? Overbodig. Volgens Bernard Lunn sticht je een bank in één, twee, drie. Klinkt natuurlijk te eenvoudig om waar te zijn, hoewel …

Dat de start-ups van de fintech-sector het traditionele beroep van bankier helemaal op losse schroeven zetten, is bekend. Het bestaande model spat uit elkaar, maar niemand twijfelt eraan dat de stukken op termijn weer op een andere manier in elkaar zullen passen, in een model dat nog niemand kent.

Uit welke basiselementen bestaat de nieuwe bank?

Als je er niet in slaagt om een banklicentie vast te krijgen - in Europa een moeilijke en dure aangelegenheid - kies je voor het statuut van betaalinstelling. Je zoekt dan een bestaande bank als partner om reglementair een activiteit als depositobewaarder te mogen uitoefenen. Je kredietactiviteit ontwikkel je dan weer door crowdfundingplatforms over te nemen. Die zijn immers tegelijk spaar- en investeringsproducten. De volgende bouwsteen die je aan die basisstructuur toevoegt, is een “robotadviseur”, een geautomatiseerde consultant in patrimoniumbeheer die online aan portefeuillebeheer doet.

Het enige wat nu nog ontbreekt (en meteen ook het belangrijkste), is de klanten een topervaring bieden. Je doet dat met bijna obsessionele aandacht voor de klantenbehoeften. Zo garandeer je de overlevingskansen van je concept, nadat je alle bouwstenen in een homogene structuur hebt bijeengebracht.

Op het eerste gezicht lijken flexibele structuren als de start-ups van de fintechsector gemakkelijker aan deze voorwaarden te kunnen voldoen. Onderschat echter niet de gigantische financiële middelen die nodig zijn om dit nieuwe model gestalte te geven. De klassieke grote bankinstellingen hebben op dit laatste punt uiteraard een flinke voorsprong en ze genieten veel meer vertrouwen bij het publiek. Ook dat is een essentiële voorwaarde.