Europa mag niet langer afhankelijk zijn van Amerikaanse betaalsystemen en moet zelf innoveren op dit domein, vinden de Europarlementariërs. Met betere regels voor deze diensten willen zij een Europese kampioen voor online en mobiele betalingen creëren.
Het Europees Parlement krijgt soms het verwijt dat het over alles en nog wat wetten uitbroedt en dat die wetgevende vloedgolf de negatieve perceptie van de Europese burger voedt. Maar het initiatief om de bestaande richtlijn inzake betaaldiensten te herzien, krijgt wel applaus op alle banken. Achter het plan zit een dubbele bedoeling.
1. De consument de garantie bieden dat elke betaalmethode bij een online of mobiele aankoop voldoende beveiligd is.
Het aantal online aankopen blijft maar stijgen in Europa en in vergelijking met traditionele betalingen met een kredietkaart liggen de transactiekosten een flink stuk lager. Toch zullen de consumenten alleen maar massaal op die manier willen aankopen en betalen als elke transactie optimaal beveiligd is. De richtlijn legt de operators dus de verplichting op om technologieën te gebruiken voor een correcte authenticatieprocedure. Ze voorziet ook in een verlaging van het waarborgbedrag ten laste van de benadeelde koper. Kopers zouden bovendien zonder verdere motivering een schadevergoeding krijgen als een bedrag onterecht van hun rekening wordt afgenomen.
2. De banken omzeilen, omdat ze nog te vaak aarzelen om nieuwe betaalmiddelen in te voeren.
Waarom de banken dat doen? Omdat de nieuwe betaalsystemen hun rentabiliteit aantasten. Europa zou dolgraag een Europese betaalreus tot leven wekken die de Amerikaanse leider op dit domein, PayPal, zou evenaren en zelfs voorbijsteken. De aanpassing van de richtlijn dient ook om een juridische basis te creëren die noodzakelijk is om een Single Euro Payments Area (SEPA) tot stand te brengen.