Moeten banken investeren in Google+?

Op 27/03/13
Deel via

In de Verenigde Staten, waar Google+ veel populairder is, zou 18,3 % van de financiële instellingen aanwezig zijn op het sociale netwerk van Google. Veel bedrijven zouden ook plannen hebben om er in 2013 een account aan te maken. Aan de andere kant heeft bijna 50% zijn account opgezegd. Vraag: moet je werkelijk investeren in Google+, wat haal je er uit of ... wat heb je te verliezen?

Deze niet al te rooskleurige cijfers zijn afkomstig van de 2013 State of Retail Bank Marketing van The Financial Brand. Volgens de Amerikaanse site moeten de bank- en financiële sector stoppen met tijd te verspillen aan Google+. Een duidelijke stelling is dat. De argumenten? Google+ is complex maar vooral meer van hetzelfde dat je ook bij de concurrentie vindt. Het biedt geen meerwaarde in vergelijking met Facebook, Twitter of YouTube. “U vindt ons op Facebook, Twitter, YouTube, LinkedIn, Google+, Pinterest, Flickr en Instagram”. Het staat wel chique en wijst op engagement op sociale netwerken, stelt The Financial Brand ironisch. Alleen zijn die pagina’s verwaarloosd, leeg of men gebruikt ze gewoon niet meer. Voor het imago van een bedrijf is dat niet echt positief. Bovendien is het ook niet nodig om overal aanwezig te zijn! Je bent beter af met veel succes op één kanaal en iets minder succes op een ander, dan slecht te zijn in alles. Het advies van The Financial Brand? Gebruik Twitter om de problemen van klanten op te lossen, Facebook om geld te stoppen in liefdadigheid en je community te onderhouden en YouTube om je video’s met financiële info en reclame te verspreiden. Vergeet Google+ en Pinterest! Lees hier de volledige analyse.

Toch deelt niet iedereen die mening. De tegenargumenten luiden dat Google+ wereldwijd het tweede grootste sociale platform is en dat de tientallen miljoenen gebruikers zomaar negeren een vergissing zou zijn. Bovendien kan er dankzij de specifieke kenmerken van Google+ geëxperimenteerd worden om op een nieuwe manier de dialogeren met de klant. We hebben het dan over de ‘Hangouts’, ‘videobellen’ of, om het minder officieel uit te drukken, de videodiscussie via webcam tot 10 personen. Voor de klantenrelatie kunnen deze aspecten hun nut hebben. Ook al kunnen tegenstanders van Google+ aanvoeren dat Skype dezelfde mogelijkheden biedt (de bank Tookam heeft trouwens zopas de beeldtelefonie via Skype geïntroduceerd).

Een ander argument pro Google+ dat Bradley Leimer van de Mechanics Bank aanvoert: Google+ zou wel eens het enige sociale netwerk kunnen zijn dat in bedrijven niet geblokkeerd wordt. Want, zegt hij, welke IT-dienst zou de toegang tot Google nu blokkeren?

Verscheidene banken gebruiken Google+ met succes. Bijvoorbeeld de NAB in Australië, de ASB Bank in Nieuw-Zeeland (de eerste die gebruikmaakte van hangouts) of de Bank of America (hoewel deze bank aanvankelijk enkele tegenslagen meemaakte). Onlangs innoveerde ook TD Bank op Google+ (via Google+ Local) via video’s om de lokale kantoren te promoten.

En wat als daar het antwoord ligt? Wat, om toch de moeite te lonen, als de aanwezigheid op Google+ eenvoudigweg zou afhangen van de capaciteiten van de banksector om de verschillen van Google+ uit te spelen in plaats van hun Facebook-model gewoon over te nemen? De voorbeelden van ASB Bank en TD Bank bewijzen het...

Ontdek de top 10 van de financiële instellingen op Google+